¹(Nuclear) Deterrence – Nucleaire afschrikking – een term die typerend was voor de Koude oorlog.
De vredesdemonstraties, georganiseerd door de vredesbewegingen in het najaar van 1981 (Amsterdam) en 1983 (Den Haag), behoren volgens velen tot het Nederlandse collectieve geheugen. Beide demonstraties, die ieder rond de half miljoen mensen op de been brachten, en het aan de demonstraties verbonden Volkspetitionnement die door 3,75 miljoen Nederlanders werd ondertekend, zijn als reactie ontstaan op het voornemen van de Nederlandse regering om 48 kruisvluchtwapens met een nucleaire lading te plaatsen op Nederlandse bodem.
In Europa was in het begin van de jaren tachtig een toename van de wederzijdse spanning tussen de machtsblokken van de Sovjet-Unie en de Westerse wereld voelbaar. De Sovjet-Unie begon steeds meer eenheden, uitgerust met het nieuwe mobiele SS-20 wapensysteem, te stationeren in het Europese deel van de Sovjet-Unie. Als reactie hierop begon onder supervisie van de Verenigde Staten de NAVO aan een nucleair (her)bewapeningsprogramma: het plaatsen van atomaire strategische middellange-afstandswapens in West-Europese NAVO-landen.
Tegelijkertijd openden beide partijen onderhandelingen om deze wederzijdse toename van massavernietigingswapens af te remmen of helemaal tot een einde te brengen. Dit leidde uiteindelijk op 8 december 1987 tot een verdrag tussen de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie; het INF-verdrag (INF=Intermediate-Range Nuclear Forces). In dit verdrag kwamen beide partijen overeen om alle raketten met een nucleaire (en conventionele) lading voor de middellange afstand (met een bereik tussen de 500 en 5.500 kilometer) te vernietigen en dit door wederzijdse inspectierondes te controleren. De uitvoering van dit verdrag was in 1991 voltooid, Europa was ontdaan van zijn strategische middellange-afstandsbewapening. Het einde van de Koude Oorlog diende zich aan.
Vanaf 1959 echter was de Sovjet-Unie al begonnen met het stationeren van strategische middellange-afstandsraketten met een nucleaire landing aan haar westgrenzen. In de eerste helft van de jaren ’60 groeide het totaal aan bases waar deze raketten voor strategische doelen stonden opgesteld uit tot circa 160 locaties. Van Moermansk in het uiterste noorden, via de Baltische landen, Wit-Rusland, tot op De Krim aan de Zwarte Zee in Oekraïne werden bases gebouwd met lanceerplatforms waar raketten konden worden gelanceerd of ondergronds opgesteld in raketsilo’s. Op elke basis stonden, afhankelijk het type raket, 3 tot 10 raketten permanent klaar om te worden gelanceerd, zodra de ultieme order daartoe binnenkwam. Elke raket was uitgerust met een kernkop die vele tientallen malen krachtiger was dan de atoombom op Hiroshima.
Tot 2016 – wanneer het vijfentwintig jaar geleden zal zijn dat de laatste SS-20 raket onder het INF-verdrag in de toenmalige Sovjet-Unie werd ontmanteld en tevens vijfentwintig jaar na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie – tracht het project ‘Remnants of Deterrence’ – restanten van een nucleaire dreiging – de balans op te maken en op zoek te gaan naar de overblijfselen van deze nucleaire afschrikking, die West-Europa ruim drie decennia lang in een ijzeren greep hield.
Wat resteert er nog van deze plaatsen, toen topgeheim en hermetisch afgesloten van de buitenwereld, waar de nucleaire afschrikking van de Sovjet-Unie gestalte kreeg? Het documentair fotografieproject ‘Remnants of Deterrence’ laat het lot van deze lanceerlocaties, waarvan iedereen wist aan de andere zijde van het IJzeren gordijn dat ze ér moesten zijn maar niemand wist waar en hoe deze er daadwerkelijk uitzagen, zien.
Met het project ‘Remnants of Deterrence’ brengen wij deze plaatsen in woord en beeld naar Nederland toe. Voor diegene die hebben meegelopen in de demonstraties en voor de generaties van na de Koude Oorlog scheppen wij een historisch document met hedendaags beeldmateriaal en een historische onderbouwing. Doel van het project is het vereeuwigen van historisch erfgoed dat langzaam maar zeker in verval is geraakt, iets waar overigens niemand rouwig om hoeft te zijn.