In het najaar van 2009 vertelde Arnold mij over een wereld die hij had ontdekt in Letland en Litouwen. Of ik misschien zin had om komend jaar mee te gaan naar Oekraïne om daar een aantal voormalige locaties van kernraketten te fotograferen.
Hij vertelde vol enthousiasme over de vervallen complexen en ondergrondse ruimtes, waar tijdens de Koude Oorlog deze raketten waren opgesteld.
De Koude Oorlog heb ik door mijn leeftijd niet heel bewust meegemaakt. Wat mij nog wel bijstaat is het bord in de tuin van mijn ouders: ‘Kernwapen vrije gemeente’, een bord die ze geplaatst hadden om te protesteren tegen de plaatsing van kruisraketten (kruisvluchtwapens) in Nederland. Als 2-jarige heb ik mijn eerste protestmars ‘gelopen’, voortgeduwd in de kinderwagen door mijn politiek bewuste ouders. Een protestmars tegen de plaatsing van kruisraketten met een nucleaire lading op Nederlands grondgebied. De grootste protestmars uit de vaderlandse geschiedenis.
Van een reis die mijn ouders ooit gemaakt hebben naar Berlijn ken ik de verhalen over de strenge controle aan de grens, wat ik als kind heel spannend vond. En de val van De Muur staat mij bij als een belangrijk moment, maar ik was net te jong om echt te beseffen wat zich op dat moment afspeelde.
Dertig jaar later loop ik rond op een locatie bestaand uit beton, betonijzer, lege flessen bier en muggen. Is dit nu één van die locaties waar Arnold mij een half jaar geleden vol enthousiasme over had verteld? Een plek in the Middle of nowhere, die tactisch gezien als beste locatie een zeer mugrijk moeras kreeg aangewezen. Is dit een locatie waar hightech wapentuig stond opgesteld waar in die tijd de hele wereld om draaide?
Toen gingen we onder de grond……
De eerste basis herinner ik me nog goed, na een lange wandeling door het bosrijke Oekraïense landschap betraden we het ondergrondse gedeelte van het complex. Hier had ik in de afgelopen maanden naar toe geleefd en over gedroomd. Op het eerste gezicht vervallen betonnen ruimtes, waar de geur van dieselolie uit de generatoren een licht benauwende werking had op mijn ademhaling. Bewoners uit de naast gelegen dorpen halen bruikbare grondstoffen als ijzer uit het complex en het was al menig maal in brand gestoken.
Echter een ware pracht aan fotografisch materiaal trok in de baan van mijn hoofdlampje voorbij. Propagandistische muurschilderingen die de branden overleefd hadden. Cyrillische teksten die, eenmaal door onze tolk Gerrit vertaald, minder fascinerend waren als dat ze onvertaald op de muren te zien waren – aan de elementen overgeleverde geschilderde letters. De potloodlijntjes waarbinnen de letters waren geschreven stonden nog op de muren.
In de ruimtes waren prachtige beelden te schieten. De teksten, de geur van dieselolie, de sfeer en daarbij de gedachte dat dit dé plek was waar uiteindelijk een nucleaire oorlog zou kunnen worden ontketend, maakte het plaatje helemaal surrealistisch.
Tijd om te experimenteren met de kennis die ik had opgedaan over het ondergronds fotograferen. Ik had er een lichtstudie van gemaakt en met verschillende lampen, flitsers en andere apparatuur had ik een paar kilometers afgelegd op weg naar de eerste foto.
En zo was een begin van het project geboren. Deze reis werd een groot experiment. In het pikkedonker renden Arnold, Gerrit en ik heen en weer om ergens achter een muurtje een aantal maal de flitsers te ontsteken, of te schijnen met de meegenomen lampen. Het werken in donkere, vochtige en stoffige ruimtes is een aanslag op mens en machine. Mijn camera werd aan de nodige stevigheidtesten onderworpen, maar wist het vol te houden. Op gevoel en door de opgedane ervaring werden de beelden steeds beter en fascinerender. Bij het zien van een aantal beelden op het LCD- scherm van mijn camera maakte mijn hart een sprongetje. En ‘s avonds bij het bekijken van de beelden op de laptop werd menig vreugdedansje gemaakt.
Naast de bezoeken aan de locaties uit de Koude Oorlog tijd bleken de beelden ook fascinerend genoeg om een project mee op te zetten.
Door de kennis van Arnold, die bij de meeste locaties een verhaal had over de ontwikkeling van de raketten en de geschiedenis, kregen de beelden ook een historische waarde mee. Na een reis van drie weken, met de nodige ontberingen; lekke banden, autopech en niet te vergeten de ondraaglijke, in groten getale aanwezige muggen, kwamen we thuis met een schat aan fotomateriaal. Mijn enthousiasme voor het project was eerder toegenomen dan afgenomen na thuiskomst. In 2011 zou dit een vervolg krijgen in Letland en Litouwen.
Om een idee te krijgen over het werken onder de grond volgt hier een kort filmpje van een excursie die we in het voorjaar van 2012 gemaakt hebben naar de Maginotlinie.